De UvA ontvangt van het Ministerie van OCW studievoorschotmiddelen. Dit geld komt uit de opbrengsten van het invoeren van het leenstelsel en moet (zoals is vastgelegd in het Sectorakkoord wetenschappelijk onderwijs) worden besteed aan nieuwe, innoverende activiteiten ten behoeve van het onderwijs. Hoe gaat de UvA de studievoorschotmiddelen gebruiken? En wie besluit daarover?